Sonoran Dessert National Monument. Bron: Wikimedia Commons, publiek domein.
Sonoran Desert National Monument. Bron: Wikimedia Commons, publiek domein.

De cactus, bron van voedsel voor Indianen

Door Anja van der Burgt-Disco

De cactus in Noord-Amerika… Veel mensen zien dan die hoge lange cactus met armen voor zich, de saguaro. De cactus die bekend is van de westerns en die symbool staat voor het zuidwesten van de Verenigde Staten.

Maar er zijn meer cactussen. Van oorsprong is de cactus een Amerikaanse plantenfamilie die pas later op andere plaatsen in de wereld zijn intrede doet. Op één soort na, de Rhipsalis baccifera. Deze komt van nature ook voor in tropisch Afrika, Madagaskar en Sri Lanka.

In dit artikel bespreek ik een aantal cactussoorten die belangrijk zijn (geweest) voor Indiaanse volken vanwege hun eetbare delen. In een volgend artikel besteed ik aandacht aan andere mogelijkheden van gebruik van cactussen en de cactussen met psychedelische werking als de peyote en de San Pedro-cactus.

Cactus 1 Saguaro
De saguaro. Foto: W. Clarke. CC BY-SA 3.0

Hoewel we bij cactussen meteen denken aan woestijngebieden komen ze ook op andere plaatsen voor: in de tropische gebieden van Mexico, Zuid-Amerika en een aantal Caribische eilanden. Sommige soorten groeien tot ver boven de 3.000 m hoogte, zoals in de Sierra Nevada. Het verspreidingsgebied van cactussen in Amerika is van het zuiden van Canada ten westen van de grote meren, tot de zuidelijkste punt van Zuid-Amerika. Grote concentraties zijn te vinden in het zuidwesten van de Verenigde Staten, Argentinië en Brazilië.

Er is veel variatie in vormen en afmetingen. Alle cactussen brengen bloemen voort. De meeste zijn dagbloeiers, maar bij sommige openen de grote bloemen zich alleen ’s nachts.

Van vroege cactusplanten is weinig bekend. Er zijn ooit twee fossielen gevonden, waarvan de oudste in Utah zo’n 50 miljoen jaar oud zou zijn. Deze cactus was vergelijkbaar met de hedendaagse vijgcactus. Op een archeologische site in Chili, gedateerd ongeveer 15.000 jaar geleden, zijn sporen van cactussen gevonden. Grotschilderingen in de Serra da Capivara in Brazilië laten cactussen zien en in oude huishoudelijke afvalhopen in Mexico en Peru zijn zaden gevonden die men schat tussen 9.000 en 12.000 jaar oud.

Cactus 2 Steen San Pedro
Dit steensnijwerk (ca. 1000 v.Chr.) uit het district Chavin de Huántar in Peru toont een figuur die een cactus draagt, waarvan met denkt dat het een San Pedro-cactus is. Bron: Wikimedia Commons. Free Art License, CC BY-SA 4.0

Indiaanse volken en de cactus

Hoewel de cactus dus op veel plaatsen in Amerika voorkomt, maakten niet alle inheemse volken evenveel gebruik van de cactus. In Midden-Amerika waren het vooral de Azteken, in Noord-Amerika vooral de volken in het Zuidwesten.

In het huidige Mexico ontstond in het begin van de 13e eeuw het rijk van de Azteken. Een rijk dat snel groeide, doordat de Azteken andere volken onderdrukten.

In 1325 werd begonnen met de bouw van de stad Tenochtitlán. Nochtli komt uit het Nahuatl en betekent fruit van een opuntia (vijgcactus).

De cactussen waar de Azteken het meeste mee konden doen, werden gecultiveerd, zoals de opuntia en de maguey cactus (Agave Americana, Amerikaanse aloë). Het gebruik was divers, van voedsel tot medische toepassing, van kleding tot dakbedekking. Land- en tuinbouw was hoogontwikkeld bij de Azteken en de tuinbouw was een complex systeem.

In 1521 nemen de Spanjaarden de stad in en komt er een einde aan de Azteekse rijk.

In de Vallei van Tehuacán, ten zuidoosten van Mexico-stad (het vroegere Tenochtitlán) zijn sporen gevonden van cactusfruit en zaden waaruit blijkt dat hier 8.000 jaar geleden al cactusvruchten werden gegeten. In deze vallei is vandaag de dag nog 145.000 hectare aan cactusbossen te vinden.

In het zuidwesten van de VS waren het o.a. de volgende Indiaanse volken die cactussen gebruikten.

In Arizona: Yaqui, Seri, Tohono O’odham, Akimel O’odham, Maricopa en Cocopah; in Californië: Mojave, Cahuilla en Quechan.

En hoewel dus veel Indiaanse volken cactusfruit oogstten, stond alleen bij de Tohono O’odham de cactus centraal in het leven.

De Tohono O’odham (Zand Volk – de Papago) hadden een semi-agrarische samenleving samen met de Akimel O’odham (Pima), de Hia-Ced O’odham (Zand Papago) en de Sobaipuri.

Voor de Spaanse verovering leefden deze volken in de woestijnen en hooglanden in het westen, zuiden en centrale deel van Arizona en in het noordwestelijke en noord-centrale deel van Sonora.

Na de verovering gingen halverwege de 19e eeuw de Akimel O’odham door met intensieve landbouw langs de rivieren in wat nu centraal Arizona is. (Zie ook het artikel in Kiva 2-2017 over de Akimel O’odham van Hugo Vos.)

De Hia-Ced O’odham overleefden als jagers en verzamelaars in de droge woestijnen van het huidige westen van Arizona en het uiterste noordwesten van Sonora.

De Tohono O’odham moesten verder in het zuiden van Arizona, in het grensgebied met Mexico, en deden dat met extensieve gewassen als bonen, pompoenen en katoen. Op hun land was groot gebrek aan water en ze waren afhankelijk van de zomerregens. Het saguarofruit rijpt juist in hun periode van voedselschaarste, als het ontbreekt aan regen. De saguaro is dan ook een belangrijke bron van voedsel voor hen en wordt met respect behandeld.

Saguaro (Carnegiea gigantea)

De saguaro is te vinden in de Sonora-woestijn van Arizona en Mexico en in de Whipple Mountains en Imperial County in Californië. De saguaro is de enige kolomcactus in de Verenigde Staten. Ze groeien heel langzaam, de eerste 8 tot 10 jaar totaal maar tot 2,5 à 4 cm. Afhankelijk van de omstandigheden krijgen ze hun eerste arm als ze 50 tot 70 jaar oud zijn. Ze kunnen tot 19 meter hoog worden met 0 tot wel 50 takken of armen. Onder ideale omstandigheden kan een saguaro 150-200 jaar oud worden. Het fruit is helder rood en bevat veel zwarte zaden.

Het fruit was lekker om vers te eten, maar het kon ook worden gedroogd of gekookt. Gedroogd fruit was te gebruiken bij het bakken van cakes bijvoorbeeld. Van gekookte saguarovruchten maakte men siroop, jam en gelei om het lang te kunnen bewaren. De siroop kon weer gefermenteerd worden om er een alcoholische drank van te maken. Zaden werden vaak vermalen tot bloem of olie om te koken, of er werd een pindakaasachtige boter van gemaakt.

Bij de Akimel O’odham werd de saguaro gebruikt om na de geboorte van een kind bij de moeder de moedermelkproductie te bevorderen.

Een vrouw van de Qahatika (behorend tot de Tohono O’odham) oogst fruik van de saguaro. Foto: Edward S. Curtis, publiek domein.

Juni was en is nog steeds de maand om het saguarofruit te verzamelen. De Tohono O’odham noemden deze maand Ha:sañ Bak Masad, de saguaro (= Ha:sañ) is klaar maand. De saguaro-oogst is het begin van een nieuw jaar, de droogte is voorbij.

Het fruit hangt te hoog om met de hand te plukken. Daarom werden van ribben van dode saguaro’s stokken gemaakt om het fruit van de cactus te slaan.

Tijdens een ceremonie die twee nachten duurde, werd er gezongen en gevraagd om regen om hun gewassen te laten groeien. De alcoholische drank die gemaakt was van gefermenteerd fruit maakte onderdeel uit van de ceremonie.

Arizona heeft nu strenge regels voor het oogsten, verzamelen en vernietigen van de saguaro.

De AILDI (American Indian Language Development Institute, onderdeel van de Universiteit van Arizona) heeft als missie om op verschillende manieren het gebruik van inheemse talen te stimuleren en nieuw leven in te blazen. Dit kan bereikt worden door samenwerking tussen betrokken opvoeders, scholen, inheemse gemeenschappen en nationale en internationale beleidsmakers. Het gebruik van de eigen taal is van belang voor het behoud en de versterking van de eigen inheemse taal, cultuur, spirituele gezondheid en identiteit. Daarom past de AILDI de activiteit van het oogsten van het saguarofruit in het schema om studenten deel te laten nemen aan een lokale traditie en cultureel evenement.

Cholla-cactus

Er zijn verschillende soorten cholla-cactussen waarvan geoogst kan worden. De meest voorkomende zijn de buckhorn cholla (in de noordelijke Sonora- en Mojave-woestijnen in Californië en Arizona tot 1.220 m hoogte) en de staghorn cholla (in de Pinal-, Santa Cruz- en oostelijke Pima-counties in Arizona en in het noorden van Sonora, Mexico tot 600-900 m hoogte).

In eerste instantie werd aangenomen dat cholla alleen gegeten werd in tijden van voedselschaarste en als er hongersnood dreigde. Het blijkt echter dat cholla een vast onderdeel uitmaakte van het voedsel van Indianen die in het gebied leefden. Behalve het fruit zijn ook de bloemknoppen eetbaar.

Bij opgravingen in het zuiden van Arizona zijn met klei beklede roosterkuilen gevonden. In deze kuilen zijn restanten van de cholla achtergebleven. Hieruit blijkt dat o.a. de Hohokam de cactus al als voedsel gebruikten.

De oogsttijd van de bloemknoppen van de cholla is van half april tot eind mei, net voor de bloei. De knoppen worden schoongemaakt, van doornen ontdaan en vervolgens gedroogd voor jaarrond gebruik.

Deze cholla-bloemknoppen zijn zeer gezond en op veel manieren te gebruiken. Ze bevatten weinig calorieën en veel oplosbare pectine.

De Tohono O’odham plukken de bloemknoppen (ciolim) in hun Su’am Masad (gele maand), zo genoemd omdat dan de hele woestijn geel kleurt van de geelbloeiende cactussen en de palo verde bomen. De oogst van de ciolim bracht Indiaanse gemeenschappen samen voor de ceremonie, zang, dans en het uitwisselen van nieuws. Tijdens de ceremonie werden de ciolim geroosterd. Alle knoppen die tijdens deze viering niet werden gebruikt, werden dagenlang gedroogd voor later gebruik.

In hele goede oogstjaren handelden de Tohono O’odham met de Akimel O’odham.

Het gezamenlijk oogsten met de hele familie van de ciolim daalde tussen 1930 en 1990. Sindsdien is er een herleving van deze Indiaanse traditie te zien.

Recent onderzoek laat het belang zien van het eten van o.a. ciolim bij het voorkomen of behandelen van diabetes. Indianen en andere geïnteresseerden zetten zich hiervoor gezamenlijk in. Sinds 1996 probeert TOCA (Tohono O’odham Community Action) hierbij te helpen. TOCA streeft naar het creëren van een gezonde, cultureel vitale en duurzame gemeenschap van de Tohono O’odham Natie. Met succes heeft TOCA traditioneel voedsel geïntroduceerd bij schoollunchprogramma’s.

De kennis, waarde en betekenis van de cholla-bloemknoppen is bijna verloren door de afname van traditionele kennis en door moderne voedingsmiddelen en levensstijlen. Daarom geeft TOCA een economische impuls voor gebruik van ciolim. Ze koopt schoongemaakte ciolim van de oogsters, droogt ze en maakt ze klaar voor verkoop. Ook krijgen scholen financiële steun van TOCA voor veldexcursies. Zo kunnen leraren en leerlingen in de praktijk leren wat de ciolim allemaal te bieden heeft op het gebied van gezondheid.

Vijgcactus (Opuntia)

Waar de vijgcactus (ook wel schijfcactus genoemd) oorspronkelijk vandaag komt, is niet duidelijk. Lang werd gedacht Centraal-Mexico, maar inheemse volkeren uit het zuiden van Noord-Amerika ontwikkelden en verspreidden ook al lang een aantal variëteiten van de opuntia.

De bladeren van een opuntia kunnen tot bijna 50 cm groot worden, de cactus tot twee meter hoog.

Van de vroege lente tot de zomer bloeit de vijgcactus en legt fruit aan. Tot laat in de herfst rijpt het fruit. De beste oogstperiode is van september tot november.

De cactusvrucht (woestijnvijg) is in de Verenigde Staten vooral roodachtig paars tot donkerrood van kleur, in Mexico is vooral de witte variant te vinden. De vrucht heeft een hoge voedingswaarde, omdat álle vitaminen en mineralen erin zitten samen met flavonoïden (antioxidanten). Het fruit van de vijgcactus is een van de weinige natuurlijk zoete voedingsmiddelen die vroege Pueblo-volken hadden.

Het verzamelen en voorbereiden moet voorzichtig gebeuren, omdat alle oppervlakken van de plant vol zitten met naalden en fijne doornen. Het fruit kan rauw of gekookt worden gegeten. Ook de jonge bladeren van de cactus zijn eetbaar.

De zaden van de vruchten werden gedroogd en bewaard voor later gebruik in bijvoorbeeld meel.

Cactus 4 Opuntia met fruit
Opuntia met fruit. Foto: Jon Sullivan. Bron: Wikimedia commons, publiek domein. PD Photo.org

In schuilplaatsen in de rotsen van de Lower Pecos ten westen van de zuidelijke Texas Plains zijn resten gevonden van de vijgcactus. In Hinds Cave zijn zeer hoge concentraties zaden in afzettingen gevonden die erop duiden dat deze cactus veel gebruikt werd door de mensen die leefden in het gebied van de Lower Pecos-rivier. Er zijn veel zaden of delen van zaden van de vijgcactus gevonden in uitgedroogde menselijke ontlasting: direct bewijs dat de bewoners van Hinds Cave deze cactus aten. Ook zijn er resten van gevonden in barsten van een houten mortel en stamper in een grot in het noorden van Val Verde County.

In het midden van de 17e eeuw trokken Apachen naar het zuiden, waarbij ze andere Indiaanse groepen onder druk zetten. De Spanjaarden probeerden de onrust te onderdrukken. Daarom zouden er nederzettingen opgericht worden voor de Indianen. Er werden twee nederzettingen gesticht in de Rio Grande Plains ten zuiden van de Rio Grande: Santa Rosa de Santa Maria aan de Sabinas Rivier en San Ildefonso de la Paz ongeveer 50 kilometer ten noorden van de Sabinas. Santa Rosa was goed gelegen: er was water voorhanden, er waren notenbomen en velden vol opuntia’s. Klaar dus om grote groepen Indianen aan te trekken. Tijdens de oogstperiode van de opuntia groeide de Indiaanse bevolking op Santa Rosa tot duizenden mensen. Zo gauw de oogst voorbij was verlieten de mensen het gebied echter weer. Dit was tegen de plannen die de Spanjaarden hadden om controle over de Indianen te houden.

Een eeuw later probeerden de Spanjaarden het nog een keer door ten noorden van Uvalde, waar nu de stad Montell ligt, een missiepost te bouwen voor de Lipan Apache, Nuestra Señora de la Candelaria. Deze locatie was o.a. in de buurt van de Opuntia-velden van de South Texas Plains. El Turnio, een Lipan Apache, wilde daar alleen gaan wonen onder voorwaarde dat hij de nederzetting kon verlaten als de cactusvijgen rijp waren. Dit toont aan hoe belangrijk dit fruit voor de Indianen was.

Ook deze missiepost kon het doel dat de Spanjaarden voor ogen hadden niet waarmaken.

Meer nut van de cactus

Niet alleen in vroegere tijden gebruikten Indianen de cactus als voedsel. Zoals hiervoor beschreven worden ook nu nog de cactusvruchten en -knoppen geoogst. Niet alleen omdat het fruit lekker is, maar ook omdat het positieve effecten heeft op de gezondheid. Onder andere hierover gaat het in het volgende artikel over cactussen.

Bronnen

Boeken

Tohono O’odham Community Action, From I’itoi’s Garden: Tohono O’odham Food Traditions, 2014 (via internet)
Yetman, David, The great Cacti (Tucson 2007)

Internet

http://aildi.arizona.edu/
https://en.wikipedia.org/wiki/Cactus
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cactusfamilie
http://www.aihd.ku.edu/foods/SaguaroCactus.html
https://www.desertmuseum.org
https://www.desertusa.com/cactus/the-cactus.html
https://www.fondazioneslowfood.com/en/ark-of-taste-slow-food/cholla-cactus-flower-buds/
https://www.nps.gov/tont/learn/nature/saguaro.htm
https://www.slowfoodusa.org/ark-item/ciolim-cholla-cactus-flower-buds
http://www.texasbeyondhistory.net/
http://www.tocaonline.org/ciolim.html

Uit: De Kiva, 2017, jaargang 54, nr. 3, © Stichting De Kiva