Noordelijke Paiutes in de jaren 1870. Foto: John K. Hillers.
Goudkoorts in Indiaans Amerika (4): Henry DeGroot in het Verre Westen, 1849-1865
Door Pieter Hovens
Henry DeGroot, geboren in 1820, was van Hollandse afkomst en groeide op in de staat New York. Ondanks de vroege dood van zijn vader was hij toch in staat om rechten te studeren aan Union College in Schenectady, NY. Hij trouwde met Eliza Meas en samen bestuurden zij enige tijd een internaat voor meisjes uit hogere kringen. In New York City studeerde hij korte tijd medicijnen, maar hij stapte spoedig over naar de New York Tribune voor een journalistieke loopbaan.
Go West!
Toen berichten over grote goudvondsten in Californië de oostkust bereikten, werd DeGroot naar het westen gestuurd om daarover verslag te doen. Op 28 februari 1849 zette hij voet aan wal in San Francisco en interviewde John Sutter en enkele andere goudzoekers over de recente gebeurtenissen. Hoewel veel journalisten juichende verhalen naar hun redacties stuurden, vielen DeGroot’s artikelen op door hun feitelijkheid en objectieve verslaglegging. Hij karakteriseerde de gelukszoekers die Californië binnenstroomden als een opgewonden en vastberaden bende die tot het uiterste wilde gaan en een einde maakte aan wat beschaving heette. De Californië gold rush was een feit!
In 1850 liet DeGroot zijn vrouw naar San Francisco overkomen. Hij reisde door heel Californië en Nevada en afwisselend schreef hij over goudvondsten en mijnbouw voor dagbladen, en zocht hij zelf zo nu en dan naar goud. Enkele investeringen in mijnprojecten liepen slecht af en hij was genoodzaakt de rest van zijn leven als journalist en schrijver in zijn onderhoud te voorzien.
Fraser River Indian War
In het voorjaar van 1858 trokken veel goudzoekers van Californië naar de Engelse kolonie Brits Columbia waar goud was gevonden in de Fraser River tussen Hope en Lillooet. De Leeuwarder Courant berichtte op 17 augustus daarover en in het eerste nummer van de periodiek Onze Tijd verscheen in 1859 een lang artikel. Beide media vermeldden dat de Indianen van het binnenland verzet boden tegen de invasie van hun moederland. DeGroot was een van de eerste journalisten ter plaatse en schreef een brochure over wat beleggers en avonturiers moesten weten over de streek als zij daar wilden investeren of naar goud wilden zoeken. Ook wees hij op de aanwezigheid van Indianen die deze streek als hun moederland beschouwden.
De Fraser River-goudkoorts duurde maar kort, maar lag ten grondslag aan de Fraser River Indian War in het najaar van 1858. Een verkrachting van een Indiaanse vrouw door enkele Franse goudzoekers werd door haar familie gewroken door de misdadigers te doden. Dat leidde tot een reeks van gewelddadige confrontaties tussen de Thompson (Nlaka’pamux)-Indianen en hun naburige bondgenoten en blanke milities. Velden en voedselvoorraden van Indianen werden vernield en vernietigd. De Indianen gaven hun verzet op, omdat de blanke overmacht anders tot hun ondergang zou leiden. Het gevolg was dat de Britten hun gezag tot aan de Grote Oceaan vestigden, militaire versterkingen bouwden en de verschillende Indiaanse volken op kleine reservaten concentreerden. In Canada werd daarmee het voorbeeld van de Verenigde Staten gevolgd.
Naar Nevada
In 1860 begaf DeGroot zich naar het Washoe District in Nevada om te rapporteren over de exploratie van edelmetalen. Terug in San Francisco publiceerde hij de eerste editie van Sketches of the Washoe River Silver Mines en een landkaart van het mijndistrict. Hij had zich cartografische kennis en vaardigheden eigen gemaakt, een waardevolle aanvulling op zijn werk als mijnbouwjournalist. Vanwege de belangstelling in Europa in de ontwikkelingen in Amerika publiceerde een uitgever in Genève een Franse vertaling van zijn gids en kaart.
In de publicatie over mijnbouw in Nevada en Utah noemt DeGroot terloops de aanwezigheid van Mono-Indianen in het gebied rondom Mono Lake en Paiutes langs de Walker River. In feite gaat het om twee regionale groepen van de Noordelijke Paiutes.
De Paiutes van Mono Lake en Walker River
DeGroot verbleef korte tijd bij de Monos en stelde een woordenlijst van hun taal samen. Deze werd later meermaals door etnolinguïsten gebruikt voor hun onderzoek naar verwantschap tussen Indianentalen. Ook deed hij observaties over hun bestaan. Zo rapporteerde hij dat de Indianen vliegende insecten verzamelden die in immense zwermen op het wateroppervlakte leefden. Met gevlochten manden werden de beestjes opgeschept. Daarna werden ze geroosterd en opgegeten, kostbaar voedsel in het woestijngebied waarin de Monos leefden.
Yurok-dans, ca. 1905.
Verdere carrière
In 1863 of kort daarna vestigde Van Dyke zich in San Francisco en later in Los Angeles waar hij werkte als advocaat en officier van justitie. Hij werd gekozen in het staatsparlement, eerst als Democratisch afgevaardigde, later als senator, en zelfs benoemd tot het hooggerechtshof van Californië. Hij werd de eerste voorzitter van de California Society of Pioneers. In 1901 hield hij voor de leden een voordracht waarin hij de prestaties van de vroege Californische pioniers roemde, alsook de verwerping van de slavernij door de staat in 1850, de welvaart van de regio en de veelbelovende toekomst schetste. De inheemse bevolking en de offers die zij daarvoor hadden moeten brengen bleven onbenoemd. Van Dyke overleed op eerste kerstdag 1905 en werd in Oakland begraven.
Zoutvliegen.
Mono-vrouwen. Foto: Charles H. Shinn, U.S. Forest Service.
Daarnaast maakten deze Indianen met pijl en boog jacht op hazen en zo nu en dan op herten. Van de vellen en huiden werd de kleding gemaakt die zij droegen. Ook noten en bessen waren waardevolle voedselbronnen die jaarlijks werden benut. Hij karakteriseerde deze Indianen als ‘rustig, zwak en innemend’, een volkskarakter dat werd veroorzaakt door de barre leefomstandigheden en eenvoudige cultuur. DeGroot stelde ook vast dat de Monos afstand hielden tot de nederzettingen van blanken en zelfs doortrekkende kolonisten met rust lieten.
De Paiutes die langs de Walker River woonden, waren fysiek groter en robuuster dan de Monos. Hun koepelvormige hutten bestonden uit een raamwerk van wilgentakken, bedekt met bundels van wilgentenen en salietakken. Ook zij moesten de weinige voedselbronnen in hun woestijngebied op ingenieuze wijze exploiteren om in hun bescheiden onderhoud te voorzien. DeGroot vond ook hen eerlijk en vreedzaam van aard. De blanke kolonisten uit hun omgeving beschouwden hun Indiaanse buren als ijverig en eerlijk en prezen dat de Indianen zich verre hielden van alcoholconsumptie. Enkele Paiutes werkten in loondienst bij blanken.
Paiute-mandenmaker ca. 1900-1902. Foto: Charles C. Pierce.
Meermaals wijst DeGroot erop dat de inheemse Indianen hier woonden lang voordat de eerste blanken verschenen. Hij toonde zich een voorstander van het vooraf formeel regelen van het landbezit, voordat westerse nieuwkomers zich in een gebied vestigden. Dat voorkwam gewelddadige conflicten, zeker als het beleid gebaseerd was op rechtvaardige behandeling. Indianen zouden aan de nieuwe levensomstandigheden gewend moeten raken op reservaten, daarin gesteund door de federale regering door voorzieningen als onderwijs en scholing.
Arizona
In 1862 ging DeGroot naar Arizona om berichten over de vondst van goud ten noorden van Yuma aan de Colorado River te onderzoeken. Hij zond zijn kopij naar het San Francisco Bulletin. Met enkele metgezellen trok hij over een Indiaans pad door de woestijn van Agua Caliente (Palm Springs) naar de dorpen van de Pima-Indianen in Zuid-Centraal-Arizona. Deze tocht leverde hem de informatie voor zijn latere landkaart van Zuid-Californië en West-Arizona. Tijdens de tocht kwamen ze maar enkele Cahuilla-Indianen tegen, omdat de meeste waren gevlucht, bevreesd voor represailles, omdat één van hen, Omos, hulpsheriff Rush Dickey van San Bernardino County had gedood. Hoofdman Juan Antonio had echter beloofd de dader over te leveren, omdat hij goede relaties met de blanken wilde behouden.
Cahuilla-hut met bewoners. Bron: Wikimedia Commons, publiek domein.
De tocht door de Mojave- en Sonora-woestijnen was vreselijk: de hitte brandde, alle vocht ging snel verloren en drinkwater was nauwelijks voorhanden. Van Indianen die DeGroot en zijn metgezellen onderweg tegenkwamen, kochten ze voer voor hun lastdieren en voedsel voor henzelf. Uitgeput bereikten de mannen La Paz en weldra berichtte DeGroot over de goudvondsten in de regio.
De meeste goudzoekers waren Mexicanen die de grens waren overgestoken. Maar er waren ook Indianen zelfstandig aan het werk, Yaquis uit Sonora, en Yumas, Mohaves en Paiutes uit het dal van de Colorado River die de grens tussen Arizona en Californië vormde. Vooral de Yaquis zagen er fysiek gehard uit, waarschijnlijk omdat hun moederland soortgelijke extreme levensomstandigheden bood en zij die gewend waren. Zij waren door hun noeste arbeid in staat om snel geld te verdienen. Maar dat was slechts van korte duur, want DeGroot waarschuwde zijn lezers dat het gemakkelijk toegankelijke uitgespoelde goud in de rivier en de kreken snel uitgeput raakte. In San Francisco teruggekeerd schreef hij een boekje over de goudmijnen in het Colorado River-dal.
DeGroot’s latere jaren
Na 1865 werkte DeGroot freelance voor de Mining and Scientific Press en schreef hij technische en wetenschappelijke rapporten, o.a. voor het California State Mining Bureau in San Francisco en de U.S. Geological Service in Washington DC. Ook publiceerde hij een gedegen studie over de Comstock-zilvermijnen in Nevada. Zijn gedegen feitenkennis, zakelijke verslaglegging en wetenschappelijke benadering leverden hem erkenning op in kringen van geologen en beleggers. DeGroot was niet het type van ‘ruwe bolster, blanke pit’, maar verscheen altijd goed verzorgd en gekleed en onthield zich van alcohol en tabak. Op 28 maart 1893 werd hij tijdens zijn werk in Alameda voor het California State Mining Bureau geraakt door een trein en stierf op 73-jarige leeftijd. Uit respect voor zijn werk regelde de Society of California Pioneers zijn begrafenis.
DeGroot, Recollections of California Mining Life.
Bronnen
Archieven
- Sacramento, CA: California State Library: DeGroot Papers (herinneringen en gedichten).
- Tempe, AZ: Arizona Historical Foundation at Hayden Library, B. Sacks Collection (DeGroot-materiaal).
Overige bronnen
- Birge, F.E. – Henry DeGroot. In: Overland Monthly 2nd series, vol. 11/September; 1893.
- DeGroot, Henry – British Columbia: Its Condition and Prospects, Soil, Climate and Mineral Resources. Alta Job Office; San Francisco, CA, 1859.
- DeGroot, Henry – Sketches of the Washoe River Silver Mines. Hutchings and Rosenfield; San Francisco, CA, 1860.
- DeGroot, Henry – Californie: Description Physique de l’Utah Occidental et Dernières Découvertes Metallurgiques dans cet Etat. Impremerie J.G. Fick; Geneva, 1860.
- DeGroot, Henry – Guide to the Colorado Mines. H.H. Bancroft; San Francisco, CA, 1863.
- DeGroot, Henry – The Comstock Papers. Grace Danberg Foundation, 1995 (herdruk uit The California Mining & Scientific Press, 1876).
- DeGroot, Henry – Recollections of California Mining Life: Primitive Placers and First Important Discover of Gold: the Pioneers of the Pioneers, Their Fortune and Their Fate. Dewey & Co.; San Francisco, CA, 1884.
- DeGroot, Henry – Mono County. In: Tenth Annual Report of the State Mineralogist for the Year Ending December 1890, California State Mining Bureau; Sacramento, CA, 1890.
- Kelly, J. Wells – First Directory of Nevada Territory. Commercial Steam Presses Valentine & Co.; San Francisco, CA, 1862.
- Love, Frank – Mining Camps and Ghost Towns: a History of Mining in Arizona and California Along the Lower Colorado. Westernlore Press; Los Angeles, CA, 1974.
- Marshall, Daniel P. – Claiming the Land: Indians, Goldseekers, and the Rush to British Columbia. Dissertatie, University of British Columbia; Vancouver, BC, 2000.
- Pinkham, J.F. and Harrington, W.P. – In Memoriam: Doctor Henry DeGroot. In: Obituary Records 3:12-17; Society of California Pioneers; San Francisco, CA, 1893.
- Reed, Bill – Last Bugle Call: a History of Fort McDowell, Arizona Territory, 1865-1890. McClain Printing Co.; Parsons, WV, 1977.
- Riley, J.H. – Diary of Travel in Search of the Colorado River Mines. In: Daily Alta California, July 17, 1862.
- Sioli, Paolo – Historical Souvenir of El Dorado County. Privately Printed; Oakland, CA, 1883.
- Thompson, Gerald – Is There a Gold Field East of the Colorado? The La Paz Gold Rush of 1862. In: Historical Society of Southern California Quarterly 67/4:345-363; 1985.
- Thompson, Gerald – Henry DeGroot and the Colorado River Gold Rush, 1862. In: Journal of Arizona History 37/2:131-148; 1996.
- Thompson, Gerald – Henry DeGroot and the Mining West. In: B. Tong and R.A. Lutz, red. – The Human Tradition in the American West: 51-66. SR Books; Wilmington, DE, 2002.
Uit: De Kiva, 2021, jaargang 58, nr. 1, © Stichting De Kiva